Logo

 

Vlaams minister van Sport Bert Anciaux (Vl.Pro) kondigt een grondige evaluatie van de Vlaamse topsportscholen aan. Tien jaar nadat die in het leven werden geroepen, vindt de minister dat de resultaten niet erg goed zijn.

'Na tien jaar zou er inderdaad al wat meer resultaat mogen zijn', geven Anciaux en topsportmanager Ivo Van Aeken toe in de gratis krant De Zondag.

De topsportscholen zagen het levenslicht met als doel beter te presteren op EK’s, WK’s en de Olympische Spelen. Judoka Dirk Van Tichelt is vandaag de enige die zijn ticket voor de spelen in Peking al op zak heeft. 

'We zullen de topsportscholen binnenkort aan een grondige evaluatie onderwerpen, want voor mij zijn de resultaten niet bijster goed', reageert Anciaux.

Bron: http://www.sportwereld.be/

Volgens hem dient een onderscheid te worden gemaakt tussen ploegsporten en individuele sporten. Hij meent dat de scholen onvoldoende rekening houden met de realiteit op vlak van ploegsporten.

'De leerlingen op de topsportscholen leren niet samen te spelen met spelers van buiten de school', luidt het.

Ook in de individuele sporten zou volgens de minister een onderscheid moeten worden gemaakt. Zo zijn er sporten waar het talent al op zeer jonge leeftijd moet worden ontwikkeld, maar in andere sporten pieken atleten pas op oudere leeftijd.

'Misschien zijn de topsportscholen niet het juiste instrument voor deze sporters. We zullen eens serieus moeten nadenken over andere mogelijke pistes. Een grote verandering moet mogelijk zijn tegen het schooljaar 2009-2010', aldus Anciaux.

Volgens Van Aeken ligt een groot probleem bij de sportfederaties. 'Enkel jongeren die aangesloten zijn bij zo’n federatie, komen in aanmerking om naar een topsportschool te gaan. Een audit die onlangs is uitgevoerd, heeft ons geleerd dat hierdoor slechts 25 procent van alle talenten in een topsportschool terecht komt. Dat is duidelijk een probleem', luidt het.

Ook Kamerlid en gewezen judocoach Jean-Marie Dedecker, die het heeft over 'de grootste mislukking van de voorbije tien jaar', wijst op de 'te grote armslag' van de federaties in de scholen. 

Daarnaast pleit hij voor een omschakeling naar slechts een of twee topsportinstituten. Hij wijst er ook op dat Vlaanderen genoeg goede trainers telt, maar dat die de weg niet vinden naar de topsportscholen. Daarbij stipt Dedecker, die intussen ook nog uithaalt naar de minister van Sport, de verloning aan.

Philippe Preat, de adjunct-topsportdirecteur van het BOIC, wijst er op dat topsportscholen gelinkt zijn aan een bepaalde leeftijd - 14 tot 18 jaar - maar dat de meeste atleten op de Olympische Spelen ouder zijn. 

Bovendien bestaat er niet voor elke sport een topsportschool. 'Je zult zien: voor de Olympische Spelen van 2012 en zeker 2016 zullen we meer producten van de topsportscholen afleveren', verzekert hij.