Met 4,5 gouden medailles voert Roemenië de medaillelijst aan. Zij kon vooral rekenen op de cadet Cristian Pletea die maar liefst vier maal op het podium stond. Pletea veroverde uiteindelijk drie titels (enkelspel, dubbelspel en dubbel gemengd) en veroverde in de landencompetitie het brons met zijn land. Rusland eindigt tweede op de medaillelijst met 3,5 titels, vooral dankzij hun cadette Taylakova. Zij veroverde individueel een titel, met het team en in het dubbel gemengd met Pletea. In het dubbelspel sneuvelde ze in de halve finales. Frankrijk vervolledigt de top drie met drie gouden medailles en ziet haar supprematie op deze manier toch wat onderbroken. Niettemin blijft het land de grootste slokop met in totaal 12,5 medailles, voor Roemenië (12) en Rusland (8,5).

In de landencompetitie blijft Frankrijk bij de jongens bijzonder succesvol met twee titels. Bij de junioren versloeg het in de finale Zweden (brons was voor Slovenië en Polen), terwijl bij de cadetten het verrassende Italië opzij werd gezet. Ook Moldavië was in deze categorie bijzonder sterk met een bronzen medaille. Het deelde de derde plek dus met Roemenië. Bij de meisjes ging Roemenië met de hoogste eer lopen door een onverwachte finale tegen Wit-Rusland te winnen. Rusland eindigde derde, net zoals het verrassend sterke Turkije, dat de Belgische meisjes nog van een medaille hield. Bij de cadetten kon Rusland wel zegevieren na winst op Frankrijk. Zweden en Roemenië vervolledigden er het podium.

Individueel was de Zweed Kallberg de sterkste bij de jongens junioren. Hij versloeg als nummer een van de ranglijst toch iets of wat verrassend de Fransman Alxandre Cassin (2). Bij de meisjes veroverde Adina Diaconu haar tiende titel, individueel reeds haar derde op een rij. De eerstejaars juniore lijkt zo goed op weg om de meest succesvolle speelster aller tijden te worden op de Europese Jeugdkampioenschappen. Enkel haar landgenote Bernadette Szocs (11) en de Wit-Rus Vladimir Samsonov (13) deden ooit beter.